De witbalans instellen op een camera is kennelijk niet zo eenvoudig als iedereen zou denken. Toch valt of staat de opname met een goed ingestelde witbalans.
Veel mensen roepen: Ik richt de camera op een wit vlak of een wit stukje papier, druk dan de witbalans knop in en daarna staat hij goed ingesteld. Maar is dat eigenlijk wel zo?
Om het begrip witbalans goed te begrijpen is het belangrijk om wat meer te weten over de kleuren zoals wij die waarnemen met onze ogen. Kleuren zijn eigenlijk niets anders dan het licht wat gereflecteerd wordt vanaf een object. Om iets waar te nemen met je ogen heb je dus een lichtbron nodig, zoals de zon, de maan, een lamp, een flits apparaat van een fotocamera of een kaars.
Het licht van die bron valt op het object en word daarna weer richting je ogen gereflecteerd, je ogen vangen het op en vertalen het beeld om het daarna door te geven aan je hersenen.
Er is wel een uitzondering in het hele verhaal: de kleur van het object wordt bepaald door de kleurtoon van het licht.
Een voorbeeld: als je een wit stuk papier buiten in het zonlicht houd heeft het de kleur wit. Houd je hetzelfde papier in de schaduw of onder TL-licht dan zal het voor je ogen nog steeds de kleur wit hebben. Onze ogen nemen de kleur waar, maar onze hersenen houden ons voor de gek door het papier wit te maken.
In werkelijkheid is het papier in de zon ietwat geel, onder de Tl-buis ietwat blauw en ook in de schaduw zal het ietwat blauw zijn geweest. Wij zien dat niet, maar onze camera’s hebben geen hersenen en nemen deze kleuren wel waar en zullen dan ook hierop gaan reageren. Het gevolg is dat je hierdoor ook kans loopt op een verkeerd ingestelde witbalans.
De digitale camera’s van tegenwoordig kunnen de drie kleuren: rood, groen en blauw instellen op een digitale waarde tussen 1 en 255. ( RGB)
Dat is een kleur diepte van 8 bits, oftewel 2^8 (twee tot de macht 8). Er zijn ook camera’s die het nog beter kunnen: 10 bits, hiermee wordt het aantal stappen verhoogt van 256 naar 1024.
Net als onze ogen kunnen camera’s drie kleuren waarnemen. Die drie kleuren worden in de semiprofessionele camera’s via drie aparte chips geregistreerd nadat een prisma het licht in de drie verschillende kleuren heeft verdeeld. Zo krijg je een nog beter resultaat bij het opnemen van je beeld als bij de camera’s met een chip waar alle drie kleuren in zijn gebouwd. De waarde 1 staat voor helemaal donker, de waarde 255 staat voor maximale belichting. Met alle stappen tussen de 1 en 255 kunnen dus met de drie chips alle kleuren gemaakt worden die wij kunnen waarnemen.
Bij camera’s met 10 bits kleurdiepte zal dat nog net iets nauwkeuriger gebeuren. Dus: 1-1-1 is zwart en 255-255-255 komt overeen met wit. Elke stap die de drie kleuren tegelijk naar beneden maken komt overeen met een grijstint. Zo is 200-200-200 een licht grijze tint, 120-120-120 een donker grijze tint enz. Gaan we echter de waarden apart van elkaar variëren, dan zal het een bepaalde kleur opleveren.
Zo kom R226-G29-B88 overeen met een rode tint en R201-G198-B54 overeen met een gele tint. Er zijn 16.7 Miljoen (256×256×256) verschillende kleuren mogelijk.
Nu komen we op het witbalans deel.
Stel, je hebt een mooi wit stukje papier of een speciale witkaart gekocht. Deze houd je in het zonlicht en stelt daar je witbalans op in. Dan zou het best wel eens kunnen gebeuren dat er een meting wordt gedaan waarbij het gereflecteerde licht overeen komt met R260-G240-B250. Als je goed hebt opgelet zul je al snel zien dat dit niet kan. De R heeft namelijk een waarde van 260 en de digitale camera kan niet verder meten als de maximale waarde 255. De rode waarde wordt dus overstuurt en nu zal de camera bij het instellen van de witbalans hiermee geen rekening kunnen houden. Het witte vel reflecteert 100% en bij een te heldere verlichting bestaat de kans op een foutief ingestelde witbalans. Hij zal de witbalans instellen met de waarden: R255-240-250 en dat is vijf stappen lager voor rood. Rood zal dus verhoudingsgewijs sterker worden gecorrigeerd als blauw en wit. Exact hetzelfde gebeurt er als je het witte vel onder Tl-buis houd of een felle lamp, zoals een bouwlamp. Het gereflecteerde licht zal een blauwe, rode of groene zweem op het witte vlak achter laten en daardoor zal een verstoring in het wit plaats vinden en dus ook je witbalans.
Wat is er dan wel handig om de witbalans in te stellen: de grijskaart.
Deze kaartjes zijn in de foto en videohandel verkrijgbaar tussen de 15 en 20 Euro. Deze kaarten zijn kleur neutraal (R, G en B hebben dezelfde waarde). Het object heeft hiermee dus een stabiele kleurwaarde gekregen. De enige variabele in het hele verhaal wat overblijft is de lichtbron.
En omdat de grijskaart geen 100% wit is, zal het ook niet de overbelichte kleur reflecteren en hiermee die ene kleur oversturen. Een grijskaart ligt ongeveer op 18% grijs en zal de drie kleuren dus minder reflecteren (maar wel in dezelfde verhouding) als de lichtbron op het voorwerp schijnt.
Het voordeel: de verhouding van rood, blauw en groen blijft. Het enige wat de camera nu hoeft te doen is dat te corrigeren zodat het grijs weer kleur neutraal is. De grijskaart zorgt er dus eigenlijk voor dat de blauwe, groene of rode zweem uit het gereflecteerde licht wordt gehaald door de camera het R, G en B op een gelijk niveau in te laten stellen.
Nog een voorbeeld: een bruid staat met haar witte jurk midden in een veld met gele bloemen. De cameraman denkt: ik stel even snel de witbalans in op haar jurk. Die wordt echter op een mooie zonnige dag door de zon heel licht geel verlicht, daarnaast zullen de omliggende gele bloemen dat gele accent nog eens versterken door het licht wat zij weer reflecteren. De jurk zal dan witter worden door de correctie van de witbalans, alleen de rest van de kleuren in de omgeving (het groen en geel van de bloemen, het blauw van de lucht en de huidskleuren) zullen een heel ander resultaat geven.
De Expodisc is een uitzondering op dit verhaal. De expodisc bestaat uit een aluminium ring waarin een stuk melkglas is bevestigd.
Voor dat melkglas zit een speciale lens die het licht uit de omgeving opvangt en bundelt op het melkglas. Hierdoor worden R, G en B opnieuw omgezet in een bepaalde grijswaarde en kan zo de camera worden ingesteld op de juiste witbalans. Er is alleen een groot verschil met de grijskaart: de Expodisc moet op de plek staan naast het object of persoon en richting de lichtbron kijken. Bij een grijskaart kijkt de camera richting de kaart die vlak voor het object of de persoon wordt gehouden.
De Canon XH-A1 kan op drie manieren worden ingesteld op de witbalans. De camera kent twee standen: daglicht en kunstlicht welke voorgeprogrammeerde waarden zijn. Daarnaast kan de witbalans handmatig worden ingesteld of in graden Kelvin. Een handig tabelletje voor deze laatste is:
Je ziet wel dat het filmen in de buitenlucht met verschillende belichtingen een aardige uitdaging kan worden. Zeker als de bewolking komt en gaat en tussendoor er behoorlijke gaten tussen de wolken zitten. Dan blijf je aan het werk en neig je al snel naar de automaat.
Binnen is het echter een geheel andere situatie. De verlichting in een gebouw of zaal zal over het algemeen niet veel veranderen en dan is de stand Kelvin zondermeer een uitkomst voor het afstellen van je witbalans en dat geld zeker als er weinig licht in de zaal aanwezig is.
Het gebruik van kunstlicht is natuurlijk iets wat in zulke situaties wenselijk is. Een lampje voor op de camera kan hierbij prima helpen, maar bedenk dan wel dat dit lampje een andere kleurtemperatuur heeft dan de omgeving. Daarom zitten er vaak op de camera twee standen (A en B) voor het instellen van twee soorten witbalans. Een met, en een zonder lampje. Hetzelfde kun je natuurlijk ook gebruiken voor het filmen in een huis en voor het huis. Kijk maar eens met je camera in de vroege avond van binnen naar buiten. Het beeld van buiten is dan blauw als je door het raam naar buiten kijkt. Doe je het andersom, dan zal het beeld van de kamer door het raam meer geel bevatten. Uiteraard zal je daar niet je witbalans op af moeten stellen want dan zal in beide situaties het tegengestelde gebeuren van wat wenselijk is.
En mocht je per ongeluk de schakelaar toch verkeerd hebben staan tijdens de opnames, dan kun je achteraf gelukkig met Avid,Premiere, Final Cut en andere montage programma’s alsnog de kleuren aanpassen zodat de mensen weer een beetje kleur op de wangen hebben. Wel met een beetje verlies, maar hopelijk niet zoveel dat het zichtbaar wordt.
Met dank aan de schrijver